Een gang met gele deuren

 

1. Zakelijke gegevens.

Naam van het boek: Een gang met gele deuren

Naam van auteur/regisseur: Rom Molemaker

Naam van de uitgever/producent: Noordhoff Uitgevers

Jaar van verschijning: 2005

2. Samenvatting van het boek.

Als Martje hoort dat ze moet verhuizen van Amsterdam naar een klein dorpje genaamd IJsselstein vindt ze alleen de gedachte al vreselijk. Ze zit in de puberteit, raakt haar beste vriendinnen Berthe en Naïma kwijt en haar vriendje Peter. In IJsselstein moet ze natuurlijk ook naar school, ze wordt naast Brenda gezet. Een meisje dat dus echt niet populair is. Er is een meisje dat haar direct opvalt, Gabriëlle. Ze is donker geleed en iedereen kijkt tegen haar op. Ze is er eigenlijk wel van onder de indruk. Brenda vertelt haar dat Gabriëlle de leidster van een criminele bende is. Martje gelooft daar niets van. Martje voelt zich eenzaam en gaat naar de markt. Ze steelt een armbandje en een blauwpetje zonder dat ze er eigenlijk bij nadenkt, is het al gebeurd. De volgende dag komt Gabriëlle naar haar toe en vertelt haar dat ze haar gezien heeft toen ze aan het jatten was. Ze zegt dat als Martje niet doet wat ze zegt ze het aan iedereen zal vertellen. Martje laat zich daardoor meeslepen in de bende. Ze neemt drugs aan en voor ze het weet is ze medeplichtig aan een bedreiging. Ook steelt ze zeepjes voor Gabriëlle. Er komt een vrouw van de winkel achter haar aan gerent en vraagt of ze de zeepjes terug mag anders belt ze de politie. Gabriëlle die de vrouw al had zien aan komen is hem al gesmeerd. Martje vraagt zich af of ze wel vriendinnen zijn. Maar Gabriëlle weet haar zo weer om te praten. De bende heeft een soort schuilplaats. Het is een oud pand dat leeg staat. Ze hebben daar drank en pilletjes. Gabriëlle en de bende hebben een hekel aan sommige jongens. Als ze op een avond boven in hun schuilplaats zitten, worden er stenen door de ruiten gegooid. Ze zien dat er een jongen wegrent die ze kennen. Nog geen minuut later staat de boel in de brand. Er is brand gesticht. Ze weten niet wat ze moeten doen en bonken op het ruiten. Een voorbijganger belt de brandweer. Ze worden naar beneden gehaald, en meegenomen naar het bureau. Bij de politie kennen ze de bende van Gabriëlle goed. Ze staan in het systeem wegens diefstal en bedreigingen. Maar Martje kennen ze daar niet. Ze vragen zich af hoe ze bij de bende terecht gekomen is. Gabriëlle had ook een vriendje Kars. Hij heeft ook een bende. Nadat hij het uit heeft gemaakt is Gabriëlle woedend op hem. Het is haar bende tegen de zijne. Als één van haar groepsleden verteld dat Meral gezoend heeft met Kars, word ze razend. Meral zal hier voor boete. Ze staan met z'n 5e op het perron en onderdrukken haar het toe te geven. Maar ze blijft het ontkennen. Martje staat achter haar op het perron en daarachter staat Gabriëlle. Als ze de trein van rechts aan ziet komen geeft Gabriëlle Martje een duw. De handen van Martje duwen tegen de rug van Meral uit reflex. Meral valt van het perron voor de trein. Als de trein tot stilstand is gekomen gaat Martje kijken. Het enige wat ze ziet is bloed op de rails en haar tas. Van de rest is niets meer over. Martje kijkt om haar heen of ze Gabriëlle nog ergens ziet. Maar weer heeft ze Martje in de steek gelaten. Een getuigen beweerd dat ze het gezien heeft. En dat ze zeker weet dat Martje haar geduwd heeft. Zo komt Martje alweer bij de politie terecht. Op het bureau is ze eindelijk tot de conclusie gekomen dat Gabriëlle en de bende geen echte vriendinnen van haar zijn. Ze noemt hun namen bij de politie en ook zij worden opgepakt. Martje komt in een Jeugdinrichting terecht. Daar ontmoet ze Gladys, ze worden min of meer vriendinnen van elkaar. Gladys zit in de jeugdinrichting omdat ze haar oma heeft mishandeld. Zij helpt Martje door de tijd in de gevangenis. Ze kletsen, delen geheimen, en Martje komt erachter dat Gladys heel goed kan dichten. Bij de bezoeken komt Martjes moeder, ze praten niet veel. De vader van Martje kon niet komen hij had het te druk en heeft het er erg moeilijk mee. Maar dat vond ze niet erg het was fijn zo. Er kwam ook een jongen langs, Glenn. Ze kent hem van school. Samen zouden ze een project doen. Maar dat moest hij nu alleen doen. Hij vindt Martje sinds de 1e schooldag al leuk. Als Martje bijna aangewezen word als dader van de moord op Meral. Komt er nog een getuigen opduiken. Het is de taxichauffeur die stond te kijken naar de bende. Hij heeft gezien dan Gabriëlle Martje duwde en dat vervolgens Meral viel. En dat het dus duidelijk is dat Gabriëlle schuldig is aan de dood van Meral.

3. Over de auteur.

Rom Molemaker. Hij is geboren op 31 oktober 1945 te Harderwijk, hij is nu dus 66 jaar. Hij woont al ongeveer 40 jaar in Utrecht. Hij is getrouwd en heeft twee zonen. Hij is al kinderboeken schrijver sinds 1998 toen bracht hij ook zijn eerste boek uit 'Olaf de Polaf'. De meeste boeken gaan over Verliefdheid, Pesten en over Vriendschap. In zijn boeken gebruikt hij plaatsen waar hij ooit geweest is of die hij goed kent.

4. Over het boek.

A. Op de voorkant van het boek staat een meisje. Dat meisje moet denk ik Martje voor stellen. Ze lijkt een puber die zich eenzaam en onzeker voelt.

B. Dit boek is niet aan iemand opgedragen.

C. Het boek speelt zich eerst af in Amsterdam, ik denk dat hij hiervoor gekozen heeft omdat het een bekende stad is.

Ze verhuist naar IJsselstein, hij heeft daarvoor gekozen denk ik omdat je dan goed kan zien dat ze van een grote stad naar een klein dorpje gaat.

Ze gaat naar school in Utrecht, Rom Molemaker woont in Utrecht daarom heeft hij daar voor gekozen.

D. Het perspectief is vanuit Martje geschreven. De hoofdrolspeler dus. Dat komt omdat je haar gevoelens en gedachtes te weten komt. Je staat zeg maar in haar schoenen.

E. Het verhaal heeft een open einde, je weet niet wat er nog gaat gebeuren. Ze zit nog steeds in die jeugdinrichting en je weet niet of ze veroordeeld word of dat ze vrijgelaten word.

5. Leeservaringen.

Onderwerp.

Het onderwerp spreekt mij erg aan. Ik vind het spannend om te zien hoe iemand zich mee laat slepen door een ander. Dit verhaal heeft mij geen nieuwe kanten van dit onderwerp laten zien dat komt omdat het net z’n verhaal is als vele andere verhalen met dit onderwerp. Bij dit verhaal ben ik wel aan het denken gezet. Ik zou bijvoorbeeld nooit drugs nemen. Wat ik van dit verhaal verwachte is wel uitgekomen. Ik vond het een beetje een voorspelbaar verhaal. Ik ben het eens met de mening die het verhaal geeft. Door dit verhaal ben ik niet anders naar dit onderwerp gaan kijken. Ik wist al wel wat ik wel en niet zou doen. Het onderwerp wordt duidelijk naar voren gebracht. Ze wil vriendschap en dat is ook waar het over gaat, er echt bij willen horen. Het verhaal vond ik redelijk voorspelbaar. Ik voelde vaak al wat er dreigde te gebeuren. De onderwerpen ‘liefde’ en ‘vriendschap’ worden uitvoerig naar voren gebracht. Ik had nog wel wat meer aandacht aan het pesten gezien. Ik heb vaak genoeg een verhaal over deze onderwerpen gelezen. En ik vond dit één van de minst interessante en leuke verhalen

Gebeurtenissen.

Ik vond dat het verhaal genoeg gebeurtenissen had om mij te blijven boeien. Af en toe valt het verhaal stil. Alsof er even helemaal niets gebeurt. Dit verhaal gaat vooral om de gedachtes en gevoelens van de personen. Ze voelt zich eenzaam en zoekt vriendinnen. Ze voelt zich ellendig en neemt drugs. De gebeurtenissen hebben wel indruk op mij gemaakt. Vooral toen Martje Meral voor de tram duwde. Ik denk dat deze gebeurtenissen aardig geloof waardig en waarschijnlijk zijn. Het komt regelmatig voor dat jongeren zich mee laten nemen door een groep. Voor mij zijn deze gebeurtenissen alleen herkenbaar op tv. Ik zelf heb nog nooit zo iets meegemaakt. De gebeurtenissen zijn verrassend, ik had nooit gedacht dat er brand zou ontstaan in hun soort van clubhuis. Maar sommige gebeurtenissen waren ook erg voorspelbaar bijvoorbeeld als Martje drugs neemt. Dat had ik allang zien aankomen. Ik heb nog nooit z’n gebeurtenis meegemaakt als in het boek staat vermeldt en daarom gaat het minder voor mij leven. In het verhaal staan wel gebeurtenissen die ik wel eens mee zou willen maken. Ik zou wel eens een nachtje in de gevangenis slapen. Alleen doet Martje het niet voor haar lol.

Personages.

De hoofdpersoon is wel iemand die voor mij gaat leven. Ze doet spannende dingen. Ze steelt bijvoorbeeld een petje op de markt. De rest van de personages staan meer op de achtergrond. Ik kan me best goed verplaatsen in de gedachtewereld van de meeste personages. Als ik Martje was had ik me ook eenzaam gevoeld en zou ik ook graag vriendinnen willen. De hoofdpersoon is voor mij geen heldin op die ik wil lijken. Ze pleegt een moord al wou ze het niet zelf. En ging het per ongeluk. De personages gedragen zich niet zoals het voor mij hoort. Ze slikken pilletjes en dragen messen opzak. Daar hoef ik geen vriendinnen mee te zijn. Eén persoon in het hele verhaal heeft mij beïnvloed en dat is Brenda. Ze wordt eerst bedreigd door Gabriëlle maar daarna meldt ze zich alsnog bij de politie om de dader van de moord aan te geven. Dat vind ik knap want ze had ook kunnen denken, ik ze maar niets want straks bedreigen ze me weer. De uitspraak van Gabriëlle heeft me aan het denken gezet. ‘Als jij dit doet voor mij, is jouw geheim bij mij veilig’. Het is gewoon chantage waar ze aan doet. Je komt wel genoeg te weten van de personages. Je kunt duidelijk begrijpen wat hun gedrag is. Ik begrijp goed wat de personages van binnen voelen. Het wordt duidelijk omschreven en daarom snap ik het. Na de dood van Meral volg je eigenlijk alleen nog maar Martje. Je ziet dat zij veranderd in haar gedrag. Maar hoe het met Gabriëlle en de rest van de bende afloopt daar heb ik geen idee van. Ik vind de beslissing van Martje onbegrijpelijk. Dat ze dat pilletje aan neemt. Ze voelt zich dan wel onzeker en eenzaam maar dat is nog geen reden om aan de drugs te gaan.

Bouw.

De gebeurtenissen in het verhaal gebeuren op logische volgorde. Ze leren elkaar kennen en dan gebeuren er pas dingen. Ik vind het verhaal niet heel spannend op gebouwd. Dat komt omdat het voor mij al redelijk voorspelbaar was. Het verhaal heeft absoluut geen ingewikkelde opbouw. Het is allemaal heel makkelijk te begrijpen. Het verhaal maakt heel veel tijdsprongen. In elk hoofdstuk staat ook een stukje dat zich al afspeelt in de jeugd gevangenis. Er zijn geen terugblikken in het verhaal. De tijdsprongen maken het in het begin wel wat ingewikkeld maar als je het begrijpt lees je zo door. Ik dacht eigenlijk dat het slot nog kwam maar het kwam maar niet. Toen was het boek al uit. Een beetje een slecht slot dus.

Taalgebruik (bij verhalen in boeken)

Ik vind het verhaal heel makkelijk door te lezen. Daar heeft het taalgebruik wel mee te maken. De schrijver maakt het niet onnodig ingewikkeld. Sommige zinnen moet je twee keer lezen voor je ze echt begrijpt. Dat komt inderdaad doordat er dan een moeilijk woord in staat. Maar dat is bij elk boek zo. Het verhaal bevat bijna geen beschrijvingen. Daarom is het dus een snel verteltempo en lees je automatische sneller. Er zitten veel gesprekken in het boek. Dat vind ik niet erg maar juist leuk. Dan kom je ook wat meer te weten van het taalgebruik van de personen, en heb je niet alleen de gedachtes.

 

Verwerkingsopdracht.

 

Ik ga 3 gedichten opzoeken.

 


EENZAAM

vanuit het raam naar buiten staren
kijken naar de mensen
die nieuwe dingen ervaren
en krijgen wat ze wensen

gezellig stappen met je vrienden
of gewoon ergens een feestje bouwen
of s'avonds werken en centen verdienen
of misschien wel een voetbalwedstrijd aanschouwen

en dan ineens zie ik in het raam
een spiegelbeeld van iemand die ik niet herken
iemand zo alleen en eenzaam

en met een klap realiseer ik me..dat IK dat ben!

 

Ik heb deze gekozen omdat ze heel eenzaam is in dat andere dorpje.

 


Verhuizen

Toen ik ging verhuizen raakte ik een vriendin kwijt,
Wij deden nooit iets alleen,
Op school namen we afscheid,.
Ik moest je achterlaten, iedereen!
Ik heb je al jaren niet meer gezien.
Ben jij ook weg?
Hoe zal je er uitzien?
Loop je nog steeds die omweg?
Vaar wel vriendin!

En doe de groeten aan je gezin.

Ik heb deze gekozen omdat ze gaat verhuizen naar een ander dorpje.

 

Afscheid

Afscheid is wanhoop.
Afscheid doet pijn.
Afscheid is het besef dat je ‘r niet meer zult zijn.

Afscheid is angst.
Afscheid is kil.
Afscheid is jou laten gaan, terwijl ik niet wil.

Afscheid is onmacht.
Afscheid is verdriet.
Afscheid is de leegte die niemand echt ziet.

Afscheid is rouw.
Afscheid is gemis.

Afscheid is hetgeen soms zo onvermijdelijk is.

Ik heb deze gekozen omdat ze van al haar vriendinnen afscheid moet nemen.